Er zijn maar weinig sporten waarin de spelers zo dicht bij de natuur zijn als golf. Geen wonder dat golfers zich als gast in het landschap voelen, zeker als de architect de baan zo heeft ontworpen dat het natuurlijke landschap op een goede manier deel uitmaakt van de sportieve uitdaging.
Omdat golfbanen zo verweven zijn met de natuur en bij het ontwerpen is gekozen om het landschap zo goed mogelijk in te passen, is het vanzelfsprekend dat het beheer van golfbanen ook zo natuurlijk mogelijk is.
In Nederland vormt dat laatste aspect al jaren een belangrijk element van het beheer van golfbanen. Dat is mede het gevolg van het groene beleid van bijvoorbeeld de NGF. Het begon eind jaren negentig met het duurzaamheidslabel Committed to Green. Dit werd in 2010 opgevolgd door het kwaliteitszorgsysteem en keurmerk van de Golf Environment Organisation. Nederland mag als gevolg daarvan met een gerust hart koploper op het gebied van duurzaam beheer van golfbanen worden genoemd. Noem het maar het resultaat van het samen optrekken door de NGF, de NVG en de NGA.
Dat duurzaam beheer op clubniveau werkt, is te danken aan een goede samenwerking tussen clubbesturen, managers en greenkeepers.
Nu het uitfaseren van het gebruik van pesticiden en de daaraan gekoppelde Green Deal een belangrijke rol speelt, is die goede groene basis van enorm belang gebleken. Maar dat neemt niet weg dat er sprake is van een urgente situatie. Hoewel het gebruik in het beheer van golfbanen relatief meevalt, kan en moet het gebruik verder omlaag. De uitdaging is om als beheerder deze transitie te bewerkstellingen met behoud van de faire speelkwaliteit die de golfsport vereist. Voor die transitie is tijd nodig en … het gaat niet vanzelf. Het vraagt om actie.
Vrijblijvendheid, onderschatting en nonchalance zijn de grootste opponenten als het om het slagen van de Green Deal gaat.
De partijen die de Alliantie vormen, steken veel moeite in een goede begeleiding van dit proces; falen is domweg geen optie.
Door het jaar heen staan zaken als onderzoek, innovatie, monitoring en zelfregulering centraal.
Dat voorlichting, communicatie, educatie en – last but not least – kennisdeling daarbij cruciaal zijn, mag als vanzelfsprekend worden beschouwd.
—————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————–
—————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————–
Er zijn maar weinig sporten waarin de spelers zo dicht bij de natuur zijn als golf. Geen wonder dat golfers zich als gast in het landschap voelen, zeker als de architect de baan zo heeft ontworpen dat het natuurlijke landschap op een goede manier deel uitmaakt van de sportieve uitdaging.
Omdat golfbanen zo verweven zijn met de natuur en bij het ontwerpen is gekozen om het landschap zo goed mogelijk in te passen, is het vanzelfsprekend dat het beheer van golfbanen ook zo natuurlijk mogelijk is.
In Nederland vormt dat laatste aspect al jaren een belangrijk element van het beheer van golfbanen. Dat is mede het gevolg van het groene beleid van bijvoorbeeld de NGF. Het begon eind jaren negentig met het duurzaamheidslabel Committed to Green. Dit werd in 2010 opgevolgd door het kwaliteitszorgsysteem en keurmerk van de Golf Environment Organisation. Nederland mag als gevolg daarvan met een gerust hart koploper op het gebied van duurzaam beheer van golfbanen worden genoemd. Noem het maar het resultaat van het samen optrekken door de NGF, de NVG en de NGA.
Dat duurzaam beheer op clubniveau werkt, is te danken aan een goede samenwerking tussen clubbesturen, managers en greenkeepers.
Nu het uitfaseren van het gebruik van pesticiden en de daaraan gekoppelde Green Deal een belangrijke rol speelt, is die goede groene basis van enorm belang gebleken. Maar dat neemt niet weg dat er sprake is van een urgente situatie. Hoewel het gebruik in het beheer van golfbanen relatief meevalt, kan en moet het gebruik verder omlaag. De uitdaging is om als beheerder deze transitie te bewerkstellingen met behoud van de faire speelkwaliteit die de golfsport vereist. Voor die transitie is tijd nodig en … het gaat niet vanzelf. Het vraagt om actie.
Vrijblijvendheid, onderschatting en nonchalance zijn de grootste opponenten als het om het slagen van de Green Deal gaat.
De partijen die de Alliantie vormen, steken veel moeite in een goede begeleiding van dit proces; falen is domweg geen optie.
Door het jaar heen staan zaken als onderzoek, innovatie, monitoring en zelfregulering centraal.
Dat voorlichting, communicatie, educatie en – last but not least – kennisdeling daarbij cruciaal zijn, mag als vanzelfsprekend worden beschouwd.